KINDVACATURE 

donderdag 22 MEI 2025

BRABANTHALLEN ‘S-HERTOGENBOSCH

Registreer je hier

Samenwerken op de werkvloer, een kwestie van doen?

Bezoekers

Dat er nog een wereld te winnen is op het gebied van samenwerken op de werkvloer in het belang van het kind, voelen we allemaal. Is het daarmee een kwestie van gewoon doen of ligt het iets complexer?

Dat het noodzakelijk is om samen te werken op de werkvloer blijkt onder andere uit het gestaag groeiend aantal brede scholen, (integrale) kindcentra, vensterscholen en andere vormen van samenwerkende scholen. Zo groeide het aantal brede scholen van 1.600 in 2011 naar 2.000 in 2014. Dit op een totaal aantal van ongeveer 6500. We zien daarnaast ook steeds meer kleinere stadsscholen en plattelandsscholen die een intensievere samenwerking met kinderopvang aan gaan. Het kan gezien worden als een netwerkorganisatie of als een vorm van een multidisciplinair team.

‘Voor samenwerking is geen blauwdruk. De gewenste stappen hierin zijn passend bij de eigen sociale omgeving, huisvesting en context’

Samenwerken vanzelfsprekend?
Toch gaat samenwerken niet altijd even vanzelfsprekend, wat een van de redenen is waarom er de afgelopen jaren verschillende onderzoeken gedaan zijn om te kijken waar men tegen aanloopt, wat wel werkt (en waarom), wat beter kan en anders moet. Zo wordt in het Oberonrapport beschreven dat medewerkers van scholen en kinderopvangorganisaties de diverse belemmeringen in de samenwerking vooral ervaren in ‘de werelden van verschil’, ‘wet- en regelgeving’, ‘geld’, ‘huisvesting’ en ‘tijd’. Ook de bestuurders in kinderopvang en het onderwijs herkennen deze genoemde knelpunten. De eerste belemmering, ‘de werelden van verschil’ zit vooral op het aspect cultuur: ‘het elkaar leren kennen en ontmoeten’. Het suggereert daarmee dat het een kwestie zou zijn van gewoon doen, aangezien dit binnen de directe invloedsfeer valt. De laatste vier, ‘wet- en regelgeving’, ‘geld’, ‘huisvesting’ en ‘tijd’, lijken meer randvoorwaardelijk te zijn. De invloed van deze aspecten hebben echter zijn weerslag op het daadwerkelijk ‘ontmoeten’ van elkaar.

‘Met elkaar dit daadwerkelijk gesprek over een gezamenlijke visie en cultuur aangaan, blijkt nog niet zo eenvoudig’

‘Good practice’
Daar waar het wel lukt, de ‘good practice’ voorbeelden, blijkt dat deze professionals de stap naar ‘gewoon doen’ wel maken. Het levert immers veel op: voor het kind, de medewerkers zelf en de ouders. Samenwerken op de werkvloer doet ertoe. Een kwestie van het gesprek aangaan met elkaar. Luisteren naar wat de collega vanuit de eigen expertise te vertellen heeft en waar allen weer van kunnen leren. Dit in het belang van een brede en optimale kindontwikkeling. Denkt men vanuit deze ‘whole child approach’ dan blijkt dat allen elkaar snel weten te vinden.

Door in een gezamenlijke organisatie een overstijgende dialoog te voeren, die begint met een gedeelde visie op deze pedagogische en/of inhoudelijke samenwerking, kunnen andere aspecten ook besproken en gedeeld worden. De (eigen) communicatie is hierbij relevant, evenals de organisatiestructuur en cultuur. Voor deze samenwerking is geen blauwdruk, de gewenste stappen hierin zijn passend bij de eigen sociale omgeving, huisvesting en context. Wanneer we echter het kind centraal stellen, kan de samenwerking er toe bijdragen dat kinderen een eenduidige pedagogische en ontwikkelingsgerichte doorgaande lijn ervaren. Kortom, maatwerk voor het kind! Hierdoor zijn leerkrachten en pedagogisch medewerkers in staat meer relevante informatie uit te wisselen over het kind.

Diversiteit aan professionals
Niet iedere professional, leerkracht en pedagogisch medewerker, hoeft alles in huis te hebben. Wel is het goed dat er binnen de samenwerkende organisatie, professionals zijn met verschillende expertises en een diverse opleidingsniveaus. Zo ontstaan er als het ware T-shaped professionals. De T-shape verwijst, naast de eigen expertise, naar de transdisciplinaire professional die in staat is verbinding te leggen tussen de diverse aanwezige disciplines. Jeannette Doornenbal schreef in 2014 al over het belang van een open blik en houding. Hiermee kunnen ‘cultuurverschillen’ overbrugd worden.

Samenwerken, ook in professionalisering.
Gezamenlijke professionalisering van pedagogisch medewerkers en leerkrachten zou een ander succes in de samenwerking kunnen zijn: de gezamenlijke ambities, plannen en activiteiten en het creëren van een doorgaande pedagogische lijn en visie op de brede ontwikkeling van het kind. Het biedt tegelijkertijd kansen om daadwerkelijk met en van elkaar te leren. De professionele leergemeenschap (PLG) als invalshoek voor een multi- en/of interdisciplinair team. Hierin kunnen alle expertises en opleidingsniveaus vertegenwoordigd zijn. Zo wordt er een fundament gelegd waarin er gezamenlijk gereflecteerd kan worden op elkaars expertise en vaardigheden. Een mogelijke oplossing voor het grootste knelpunt in de samenwerking: ‘de werelden van verschil’. Zo leert men elkaars taal spreken doordat er een gezamenlijk (nieuwe) taal gecreëerd wordt.

Handvat voor het gesprek
Met elkaar dit daadwerkelijk gesprek over een gezamenlijke visie en cultuur aangaan, blijkt nog niet zo eenvoudig. Een handvat hiervoor is het STAR-model Interdisciplinair Samenwerken met vijf indicatoren. Het sluit aan bij het Rijnlands gedachtegoed van gezamenlijk leren en de professionele leergemeenschap. Het model geeft inzicht in de eigen situatie en de gewenste samenwerkings(vorm) vanuit heldere stappen. De gewenste samenwerkingsvorm past bij de sociale context van de eigen organisatie, de structuur en de teamcultuur. Op basis van stellingen passend bij de vijf indicatoren van dit model, zet het de gedachte van medewerkers scherp in waar ze staan. Daarnaast biedt het inzicht in wat ze zouden willen bereiken in de samenwerking en ook waar men bewust ‘nee’ tegen mag en kan zeggen. Immers, een blauwdruk voor de ideale samenwerkingsvorm is er niet.

Over de auteur: Angèle van der Star is ontwikkelaar van het STAR-model ‘Interdisciplinair Samenwerken’ (2015) en auteur samen met José van Loo van het boek (in ontwikkeling): ‘Voortvarend interdisciplinair samenwerken Optimale ontwikkelingskansen voor leerlingen’ in de leiderschapsreeks van PICA.

Deel dit artikel

Gerelateerde artikelen